Door Esther Grisnich, landendirecteur ZOA in Irak
UN women bracht vorige week een ‘oproep voor voorstellen’ uit waar hulporganisaties op kunnen inschrijven voor het bevorderen van vrouwenparticipatie in de Iraakse instituties en politiek. Als landendirecteur van ZOA in Irak besprak ik afgelopen dagen met mijn team of het onderwerp bij ons werk past en of we een goed plan kunnen ontwikkelen om hier een passend ontwerp voor te maken.
De afgelopen drie jaar heb ik met veel liefde aan het ZOA-team leidinggegeven. Het leiden van een groot team dat door jaren van oorlog getraumatiseerd is en waar het samenwerken moeizaam verloopt door achterdocht en verstoorde verhoudingen, was echt niet gemakkelijk. Toch hielden de resultaten op het veld me altijd weer staande als ik zag hoe groot de nood onder de mensen was, en hoe prachtige projecten daar echt een verschil in konden maken, zeker als christenvrouw op een leidinggevende positie.
Voor het UN-women voorstel moest ik toch even slikken moet ik eerlijk bekennen. Want ja, zou ik me niet in moeten zetten voor de vrouwen in Irak, die niet alleen zo geleden hebben onder de oorlog, maar die ook nu nog worden achtergesteld in hun posities? Tijdens de presentatie van ons ‘50% vrouwen kabinet’ in Nederland werd de regering in Irak getoond als het absolute andere uiterste van slechts één vrouw in de regering als minister. Het quota van 25% vrouwen in het parlement moet dan wel worden gehaald, vrouwen worden stelselmatig buitengesloten van meetings, om maar niet te spreken van de intimidatie waarmee ze te maken krijgen.
Nu is het niet aan ZOA om op hoog niveau vrouwen in de politiek te krijgen, maar ik heb wel een idee hoe we de stemmen van heel kwetsbare vrouwen toch kunnen vertegenwoordigen in de lokale bestuurslagen.
Recent was ik nog op bezoek in Ramadi, de door ISIS verwoeste stad in de Anbar provincie. Normaal komen hier weinig westerlingen of hulpverleners, maar dit keer waren er zelfs vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade meegekomen. De meeting zelf was als een chaotische vertoning. Samen met nog één vrouwelijke vertegenwoordigster van de overheid waren we de enige twee vrouwen. Mijn speech werd ruw onderbroken toen de gouverneur binnen kwam, iedereen uit respect opstond, en hij zelf begon met zijn praatje. Van mijn dankwoorden kwam niets meer terecht, maar er werd wel gegrapt dat met de aanwezigheid van twee vrouwen de positie van vrouwenrechten meer dan gegarandeerd was in Anbar, en dat mannen nu moeten strijden voor hun rechten omdat er wel twee vrouwen aan tafel zaten. Zo grappig was dat natuurlijk niet, wetende dat het project dat we introduceerden juist ging om de duizenden weduwen van boeren die nu zelf voor inkomen en het bebouwen van hun land moeten zorg dragen. Vrouwen die vaak tegen hun wil getrouwd zijn geweest met een ISIS geaffilieerde, kunnen door strategische uitsluiting geen ID kaart meer krijgen, kinderen kunnen niet geregistreerd worden onder de naam van de moeder, en kunnen dus niet naar school, geen voedselhulp of medische zorg krijgen.
Met deze ervaring en in de wetenschap dat al deze vrouwen inderdaad onze steun en support nodig hebben en dat hun noden zo heel groot zijn en vertegenwoordiging verdienen, kan ik niet anders dan me inzetten om het UN-women voorstel te schrijven. In kleine groepjes kunnen we vrouwen vertellen hoe ze actief kunnen worden in hun eigen omgeving om de problemen die ze hebben onder woorden te brengen. Maar ook om met de stamhoofden te spreken om ze bewust te informeren over de noodzaak om ook oog te hebben voor de rechten van vrouwen.
Tegelijkertijd zet ik me in voor Sapientia. Om ook in Nederland in mijn eigen partij, vrouwen een stem te geven. Maar ook om in de fijne groep van Sapientia vrouwen elkaar aan te moedigen en talenten die we gekregen hebben te ontwikkelen en deze in te zetten op verschillende posities in de maatschappij. Hier in Irak is dat noodzakelijk maar dus ook in Nederland. Ik ben echt trots op de drie SGP-vrouwen die gekozen zijn in gemeenteraden. Christenvrouwen die gecommitteerd zijn om zich in te zetten en om hun achterban te vertegenwoordigen. Samen met alle mannelijke kandidaten wens ik ze alle zegen en succes!