Door Clasine van Doorn
Of ik nu buitenshuis werk of thuis. Ik werk te veel, of te weinig. Ik ben te ambitieus of ik verspil mijn
talenten. Om onduidelijke redenen lijkt de wijze waarop ik mijn tijd invul altijd langs een meetlat te
liggen. En iedereen mag daar blijkbaar iets van vinden. Ondanks het feit dat we in de kerk horen dat
God iedereen verschillende gaven en talenten geeft en dat we in de maatschappij horen dat we
“onszelf moeten zijn” en “onszelf moeten ontplooien”, meet men alle vrouwen graag langs dezelfde
meetlat, waarbij het oordeel meestal gebaseerd wordt op de eigen omstandigheden, talenten en
eigenschappen.
De kritiek komt van meerdere kanten. Van reformatorische jongeren met stevig ontwikkelde ideeën
over man-vrouwverhoudingen zowel als van seculiere liberalen van middelbare leeftijd die vinden
dat de emancipatie van de vrouw op de werkvloer meer dwang nodig heeft. Voor de helft van mijn
critici is emancipatie een lelijk woord. Voor de ander helft van mijn hekelaars is emancipatie het
hoogste levensdoel.
Mooi woord, emancipatie. Het betekent zoveel als “loslaten uit de hand”. Als archeoloog vind ik het
altijd bijzonder om te zien hoe de wereldgeschiedenis tot op vandaag onze taal beïnvloedt. De term
emancipatie komt van het Latijnse woord emancipatio, een term uit het Romeinse recht. De Pater
familias had het absolute gezag in zijn familie. Straffen, kinderen als slaven verkopen, huwelijken af-
of goedkeuren; zijn macht reikte heel ver, en zolang hij leefde. Door de rechtshandeling van
emancipatio konden kinderen eerder onder het gezag van hun vader uitkomen, zodat ze een
zelfstandig rechtspersoon werden terwijl de pater familias nog in leven was. Dit was bijvoorbeeld
nodig om zelfstandig actief te kunnen konden worden in de politiek. Iemand die emancipeerde, werd juridisch autonoom.
Als het geroep van beide kanten verstomt, wordt het stil en kan ik luisteren naar het enige roepen dat er toe doet; Gods stem.
Is emancipatie van de vrouw uw hoogste streven? Dan kan ik kort zijn: gedraag u niet als een Pater
familias. Uw houding veronderstelt dat ik onmondig ben en niet weet wat goed voor mij en mijn
gezin is; u spreekt uzelf tegen. Vindt u emancipatie een vies woord? Ook dan vraag ik u zich niet te gedragen als een Pater familias.
Als het geroep van beide kanten verstomt, wordt het stil en kan ik luisteren naar het enige roepen dat er toe doet; Gods stem. Want geroepen worden we allemaal, hoewel onze taken verschillen. God
riep zowel Saul als David. Febe en Tabitha kregen een taak. En toen Barak niet naar Gods roeping
wilde luisteren, gaf Hij Yaël een taak. Misschien zegt u nu: Ja maar, als vrouw en als moeder heb je
toch eerst een duidelijke roeping binnen je gezin! Jazeker, daar is de Bijbel helder over. (Hetzelfde
geldt trouwens voor mijn man, als echtgenoot en vader.) Maar de ene roeping sluit de ander niet uit,
we verschillen immers in gaven en talenten, zo ook in draagkracht.
Maar zoals ik al zei; ik ben getrouwd. Mijn hoofd is mijn man en zijn hoofd is Christus. Wij zijn elkaars
eigendom. Uw oordeel over mij, is twijfel aan de van God gegeven positie van mijn man. Neemt u mij dus niet kwalijk dat ik mij van uw inmenging in ons huwelijk niets aantrek. Uw mening is ondergeschikt aan het gezag van mijn man. Hij houdt van mij, weet van mijn krachten en zwakheden en hij zoekt het goede voor mij. Samen zoeken wij het goede voor ons gezin. En dat kan in ons geval iets anders zijn dan in uw geval. Maar daarin zijn wij alleen verantwoording schuldig aan God, mijn man in de eerste plaats.
“Het betekent zeer weinig voor mij dat ik door u beoordeeld word of door enig menselijk oordeel. Ja,
ik beoordeel ook mijzelf niet. (…) Wie mij echter beoordeelt, is de Heere.” (1 Korinthe 4:3-4)